Uw vaatwasser aansluiten

Als u zeker weet dat u dat kunt, moet u aan de volgende zaken denken:

• De levering controleren
• Instellen
• Afvoeraansluiting
• Drinkwateraansluiting
• Elektrische aansluiting

De vaatwasser is in de fabriek uitgebreid getest, om er zeker van te zijn dat hij correct functioneert. Daarom kunnen er nog wat watersporen aanwezig zijn. Deze verdwijnen na de eerste keer draaien van het programma.

Kijk in de installatiehandleiding welke afmetingen nodig zijn voor de installatie. Plaats het toestel waterpas met behulp van de stelpootjes en controleer of het stevig staat.

• Vrijstaande apparaten en inbouwapparaten die vrijstaand gebruikt worden moeten beveiligd worden tegen omvallen, bijvoorbeeld door ze aan de muur te verankeren of door een doorlopend werkblad te plaatsen dat aan de aangrenzende kastjes geschroefd wordt.
• De vaatwasser kan gemakkelijk tussen de houten of plastic wanden in een klein keukentje geplaatst worden.

De benodigde stappen voor het aansluiten van de vaatwasser staan in de installatiehandleiding. Monteer indien nodig een sifon met een afvoermondstuk.

Verbind de afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen met het afvoermondstuk. Controleer of de slang niet geknikt of samengedrukt is of in de knoop zit en dat er geen afsluitdop in het systeem zit waardoor het afvalwater niet afgevoerd kan worden.

Verbind de drinkwaterleiding met de wateraanvoer met behulp van de meegeleverde onderdelen en volgens de installatiehandleiding. Controleer of de drinkwateraansluiting niet geknikt of samengedrukt is of verstrikt zit.

Als het toestel vervangen wordt, moet er altijd een nieuwe wateraanvoerslang gebruikt worden.

• Waterdruk: min. 0,05 MPa (0,5 bar), max. 1 MPa (10 bar).
• Bij een hoge waterdruk: schakel het drukreduceerventiel in.
• Stroomsnelheid: min. 10 liter/minuut
• Watertemperatuur: koud water.
• Bij warm water: max. temperatuur 60°C.

Verbind de vaatwasser uitsluitend met een wisselstroomaansluiting met een spanning van 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz, via een correct geïnstalleerd geaard stopcontact. Zie typeplaat 9J voor de juiste zekering.

Het stopcontact moet in de buurt van het toestel zitten en na de installatie gemakkelijk toegankelijk blijven. Als de stekker na de installatie niet bereikbaar is, moet er op de installatieplek een alpolige scheidingsschakelaar met een contactopening van minimaal 3 mm gebruikt worden om aan de toepasselijke veiligheidsvoorschriften te voldoen.

Wijzigingen aan de installatie mogen alleen door een deskundige uitgevoerd worden.

Een verlenging voor de voedingskabel is uitsluitend verkrijgbaar via de klantenservice.

Als een reststroomschakelaar gebruikt wordt, mag die uitsluitend van het aangegeven type zijn, omdat alleen een dergelijke schakelaar aan de voorschriften voldoet.

Het apparaat is voorzien van een waterbeveiliging. Controleer of die alleen in werking is als er water stroomt.

Als u nog vragen hebt of u de vaatwasser toch liever door een deskundige laat aansluiten, neem dan contact op met de Bosch klantenservice. Wij helpen u graag.